Behoeftigheid en beklemming
Lang heb ik gedacht dat bevrediging van behoeften best veelvuldig mag zijn, hoe meer hoe beter.
Ook als je zelf geen ouder bent heb je vast wel eens een peuter meegemaakt op een verjaardagsfeestje. Wat je dan het meest hoort is “ikke doen” en “nog een keer”. Laatst zag ik dit bij het buurmeisje dat met haar papa een spelletje speelde, steeds rende ze samen van de ene hoek naar de andere. Die kleine meid met haar kinnetje omhoog en buikje vooruit, een prachtig schouwspel.
Het is me niet alleen met plezier bijgebleven, het raakte ook aan de tekst die ik aan het schrijven was over noodlijdendheid en behoeftigheid. Wat ik zag was een kind dat steeds weer de bevestiging zocht en kreeg – en steeds ook weer de vrijheid ontving om in het spelletje iets te veranderen. Er was een zee van beschikbaarheid waarneembaar bij haar vader. Ik moest denken aan wat zich in dat kinderbrein allemaal zou afspelen. Ze werd gezien, er werd geluisterd, ze mocht vrij zijn, de regels veranderen en spelen en papa vond het allemaal goed.
Zo kwam ik op de gedachte dat als een kind maar voldoende ‘nog een keer’ heeft mogen roepen het vanzelf een keer stopt om uit te rusten. Het schouwspel was precies het tegenovergestelde van wat regelmatig te zien is bij ouders die hun kind afstoppen en waar stilaan de behoeftigheid van de ouders naar de voorgrond treedt. In deze omgekeerde wereld raakt het kind beklemd en kan het zich niet ontplooien. In feite raakt het gefixeerd in de behoeftigheids-stand, enerzijds doordat de ouders dat voorleven, anderzijds doordat het zelf niet gezien is in de rechtvaardige behoefte.
Het bevredigen van het verlangen wordt illusie, de tijd zal er tussen blijven staan en de afstand alleen maar groter maken. Toch zal het verlangen nimmer doven en elk moment de kop opsteken, het klopt op een deur, op vreemde deuren, het zal blijven roepen: zie mij staan!
Terug naar mijn oude misverstand: niet de bevrediging staat voorop, ook niet de herhaling van die bevrediging – het gaat in wezen om de eindeloze behoeftigheid die is blijven hangen in het innerlijk kind binnen de volwassene. Dat innerlijke kind leeft in het verleden en zal blijven verlangen om bevrediging van de rechtvaardige behoefte die niet meer vervuld kan worden. Dat is een van de beklemmingen die aanzet tot middelengebruik of coping anderszins.
Last Updated on 5 juni 2022 by Robert Koops