Liefdesbang en herstel

Aantrekken en afstoten is een van de meest elementaire problemen van mensen die in emotionele armoede zijn opgegroeid, het legt de basis voor een leven, van eindeloos zoeken.

De emotioneel onbeschikbare partner

Ik zie het vaker gebeuren, iemand heeft een relatie met een (emotioneel) onbeschikbare partner. Er is geen commitment, beurtelings is er aantrekken en afstoten, men is liefdesbang, een term die Hannah Cuppen met haar gelijknamige boek in de wereld heeft gezet. Menig client is zich er niet bewust van dat dit aantrekken en afstoten ook hem/haar betreft. Soms leidt het inzicht van beider liefdesangst tot een definitieve breuk. En dan is er weer die leegte. Er vindt vermenging van gevoelens plaats, men meent de ander te missen, maar men mist existentiële bevestiging, dat wat de ander ook mist en ze elkaar niet kunnen bieden. De vraag is dan, wat doet meer pijn, leegte in samenzijn of leegte in alleen zijn. Noodlijdende mensen kunnen dit onmogelijk ontwarren zolang ze niet de complexe mechanismen doorzien die hebben geleid tot de nood die zij met zich dragen.

Rugzak vol verwarring

De rugzak dat zij meezeulen bevat veel immers tegenstrijdigheden. De grootste tegenstrijdigheid is het verlangen naar een stabiele partner en kunnen rusten in een volwaardige relatie, terwijl de persoon dat in de praktijk helemaal niet aankan. Stabiele, dat wil zeggen veilig gehechte mensen, vormen juist een bedreiging voor mensen die leven vanuit een emotioneel tekort, omdat ze niet afgestemd zijn op nabijheid en die nabijheid ook niet kunnen ervaren als veilig. Immers nabijheid, emotionele nabijheid, is in de vroegkinderlijke tijd niet ten bate van het kind geweest. Er is dus geen juiste lichamelijke afstemming of überhaupt lichamelijk herkennen van veiligheid.

In plaats daarvan ‘kent’ het lichaam alleen de situaties waarin het zich moest afstemmen op een ouder die zelf ook geen veiligheid kende, een noodlijdende ouder dus. Het kind heeft geleerd te overleven binnen een disfunctionele situatie. Wat ‘veilig’ voelt is wat men kent en herkent. Dus hoe gek het ook is, ook het autonome zenuwstelsel, dat als hoofdtaak heeft ons te beschermen tegen bedreiging, ziet nabijheid (bij noodlijdende mensen) als bedreigend.  

Vertrouwd, niet altijd veilig

Wat dan als veilig wordt geïnterpreteerd is wat vertrouwd is. Dat is de oorzaak van het blijven voortbestaan van generationele overdracht binnen generaties doordat we bij onze partnerkeuze meer afgestemd zijn op wat vertrouwd is.  Als jij vertrouwd bent met veiligheid, dan kom je met een stabiele partner thuis die eveneens veilig gehecht is. Als jij vertrouwd bent met misbruik, dan heb je niet in de gaten dat diegene waar jij op valt daar ook mee in aanraking is geweest. Je ruikt op afstand elkaars kwetsbaarheid en dat voelt vertrouwd. Maar vertrouwd is niet altijd veilig.

Waar het dus om gaat is een poging te doen om je lichaam stilaan te laten wennen aan nabijheid van emotioneel beschikbare anderen en zo proberen de autonome (sympathische) contraproductieve reflexen van weglopen te laten doven. Soms zeggen mensen, dat het met de intimiteit juist goed gesteld is, men heeft het dan over seks. Seks echter, betekent niet automatisch nabijheid en intimiteit.

Pijn toelaten

Een eerste of gelijktijdige taak is de gevoelde eenzaamheid te doorvoelen en niet weer te vluchten naar een volgende onbeschikbare partner. De pijn voelen en het verdriet de ruimte geven kan je ook dichterbij het onbewuste verlies en de niet (h)erkende rouw brengen, dat het gevolg is van ongezien opgegroeid zijn.

Elke keer – en dat gebeurt een aantal keer – dat je zwicht voor de pijn van het alleen zijn en toch weer een onbeschikbare ander opzoekt, heb je de pijn voor niets geleden en groeit het verzet tegen het proces van doorvoelen. Dus ja, mensen houden zichzelf tegen, met hun angsten, zelfafwijzingen en innerlijke afkeurende stemmetjes. Op het moment dat je enig inzicht hebt verworven in deze reflexen, ga je het jezelf kwalijk nemen als je toch weer in een oude groef bent gestapt. Immers je zou nu beter moeten weten. Dat help de zaak niet, maar zo werkt het nu eenmaal. Ook dat is weer te leren.

In wezen laveer je steeds tussen een pijnlijk verlangen naar geborgenheid en nabijheid die je niet kunt praktiseren
en oude kind-pijn die wordt opgeroepen door omgang met een onbeschikbare ander. 

Herstel in praktijk brengen

Het doel is om je lichaam van de kramp te verlossen waar het zich sinds je prille jeugd in bevindt. De belangrijkste taak is tot co-regulatie te komen met anderen, dus lichamelijke nabijheid leren ervaren als veilig en gewenst. De mogelijkheden alhier kunnen we bespreken, het begint in de regel met een consentoefening. Van daaruit zien we verder naar wat zich aandient.

Last Updated on 2 april 2024 by Robert Koops