Grensoverschrijding
Een belangrijk thema in mijn werk is grenzeloosheid of grensoverschrijding, wat globaal inhoudt dat je moeite hebt met het afstemmen op anderen en jezelf. Je neemt gemakkelijk een overzichtspositie in (de eeuwige leider, trekker, redder, voorzitter, trainer, therapeut) of het tegenovergestelde (de eeuwige leerling, gelovige, volger, slachtoffer of cliënt). Ik noem dat vervloeiing, steeds zit je in de ander (je bent redder) of de ander zit in jou (je bent slachtoffer). Een tussenweg is ingewikkeld, want dat vraagt veel sociale navigatie. Jezelf onzichtbaar maken komt ook nog al eens voor, dat scheelt een hoop gedoe… Grensoverschrijding heeft consequenties voor het verdere leven, het belemmert mogelijk vriendschappen en partnerrelaties.
Grenzen leren ervaren
Idealiter leert een kind onderscheid te maken tussen zichzelf en de ander, het eigen lichaam en het lichaam van de ander, kortom: het moet vanuit de aanvankelijke ervaring dat alles ‘een’ is (de tijdelijke symbiotische hechting met de moeder) een gezond ego-perspectief ontwikkelen (onthechting). Het gaat ontdekken dat voorbij dat ‘ik-gevoel’ een overgang is, een grens. Het leert letterlijk dat grensgebied te herkennen en verkennen, dat is een randvoorwaarde voor gezonde autonomie en verbinding.
De grens als speeltuin
Het begrip grens kennen we het best als fysieke afscheiding tussen het ene en het andere land. Nabij de grens is het grensgebied, soms met verhoogde waakzaamheid om te voorkomen dat de grens wordt overschreden. Echter hier in deze tekst duiden we de grens als ontmoetingsplek, niet als gevarenzone. Het is dé plek waar we onszelf kunnen onderkennen, kunnen leren kennen, via de ander. Een plek van spiegels en vensters waarbij het soms niet duidelijk is of je nu in een spiegel kijkt of door een venster.
Binnen de Gestaltpsychologie zegt men dat op de grens de ontmoeting plaats heeft. Om het nauwkeuriger te omschrijven: Wil je je met elkaar verstaan dan dan zul je elkaar moeten treffen in het grensgebied ’tussen’ ieders innerlijke wereld en het gebied daarbuiten. Ieder neemt de uiterlijke wereld anders waar en dat begint waar het innerlijke (overdrachtelijk gezien) ‘ophoudt’. In het grensgebied is ieder én dichtbij zichzelf en in staat context waar te nemen. Dat maakt de ontmoeting binnen dat grensgebied zo interessant. Als je echt naar de ander luistert en leert hoe de ander kijkt naar de werkelijkheid en vice versa, dan is er een echte ontmoeting. Per definitie betekent een echte ontmoeting dat elke deelnemer door de ontmoeting verandert.
Immers, als je met een vaste overtuigingen deelneemt of als je jezelf opstelt als redder of slachtoffer, dan is er geen dialoog. Je luistert dan niet echt naar de ander. Als je met die vooringenomenheid toch iets wil bereiken bij de ander, dan pleeg je een bezetting! Dat is grensoverschrijding.
Het grensgebied als onveilige plek
Onveilige grensoverschrijding is het – onbewust en niet opzettelijk – binnenvallen van de innerlijke ruimte van de ander, denk aan reddergedrag, maar net zo goed slachtoffergedrag. De sociale ontmoetingsplek wordt dan als onveilig ervaren, bewust of onbewust. Bij de deelnemers wordt het zenuwnetwerk dat de taak heeft sociaal te communiceren op goed moment in dienst gesteld van afstand nemen en weerstand vertonen. Als deze onveilige basishouding (negatieve energie) sterk genoeg is, wordt het grensgebied een plaats waar perspectief en oriëntatie verwarring stichten. Als metafoor gebruik ik graag het beeld Waterfall van M.C. Escher, juist door de situering in een amfitheater, omdat we dit hele ‘gedoe’ tussen mensen (en groepen en staten) ook weer in beschouwing kunnen nemen. We kunnen een gezond perspectief ontwikkelen op deze labyrintische structuren, dat is de basis van heling.

.
Heling
De vraag is, kun je deze reflex tot grensoverschrijding opheffen. Het antwoord is: ja mits. Dat mits staat voor een aantal randvoorwaarden en kritische succesfactoren. Het is niet een enkele psychische schakelaar die even omgezet moet worden. Bovendien zijn er reflexen actief die niet zomaar weggenomen kunnen worden, het vraagt inspanning, tijd en geduld. Soms is het eenvoudigweg niet haalbaar. Dat is bijvoorbeeld het geval bij mensen die afhankelijkheid ervaren van hun copingsmiddel, bijvoorbeeld alcohol, en dát als hét probleem zien. Een vastgeroeste overtuiging dat het aan de drank – het drinken als op opzichzelfstaand probleem – ligt, laat onderliggende blokkades voortbestaan.
Last Updated on 27 juli 2024 by Robert Koops